Het levenloze lichaam van een jonge man, bedekt met witte veren, ligt in de schoot van een vrouw van middelbare leeftijd in de deuropening op de drempel van het huis. Haar kleren zijn donker-
groen en zien eruit als legerkleding.
Kordaat trekt de vrouw de veren van het lichaam af en gooit ze op de grond. Ze onderzoekt minutieus zijn gezicht en arm of er geen plukjes veren zijn achtergebleven. Van tijd tot tijd wordt het totaalbeeld even verdubbeld.
De vrouw tilt het hoofd op van de jonge man en wiegt het lichaam met haar droevige gezicht. Wanneer ze zijn arm heeft opgetild, legt ze hem heel voorzichtig weer neer. Er wordt een door Idan Raichel geschreven liedje gezongen, Alle nisa baruach (een blad opgetild door de wind).
Bijbelverhalen: Evangeliën, de dood van Jezus en Leviticus, Grote Verzoendag